Zorginnovatie in de langdurige zorg blijkt niet eenvoudig. En innovatoren hebben het niet gemakkelijk. Om hun worsteling inzichtelijk te maken, heeft Vilans verkennend onderzoek gedaan. De uitkomst: dertien obstakels die zorginnovatie in de weg staan.
Door Bart van Mierlo, Lotte Cornelisse, Marloes Berkelaar en Frans van Zoest, zorgvernieuwers@vilans.nl
1. Incidenteel innoveren zorgt voor verandermoeheid
Te vaak nog worden professionals pas in een laat stadium betrokken bij een vernieuwing, waardoor die incidenteel voelt. Zo kan er een gevoel ontstaan van ‘Wat hebben ze nu toch weer bedacht?’. Deze verandermoeheid vermindert het draagvlak voor innovatie bij medewerkers. Die zijn vaak wel heel flexibel als ze weten waar ze naartoe werken.
2. Vernieuwen binnen een oude structuur botst
Een welbekende uitspraak is: ‘nieuwe technologie + een oude organisatie = een dure oude organisatie’. Dat geldt niet alleen voor technologie, maar ook voor innovatie. Bij verbeteren is het vaak niet nodig om processen of structuren binnen de organisatie aan te passen. Als je (radicaal) gaat vernieuwen, is het minimaal nodig om processen aan te passen. Soms is het zelfs nodig om de organisatiestructuur aan te passen.
3. Dat innovatie goed ‘scoort’ is een negatieve prikkel om te innoveren
In een gereguleerde marktwerking als de zorg is scoren met innovatie een manier om je te onderscheiden van de rest. Terwijl radicaal vernieuwen juist gebaat is bij organisatie-overstijgende samenwerking en leren van elkaar. Dat is dus een contraproductieve prikkel.
4. Organisaties zijn ongewild te veel bezig met de SOY
De Shit Of Yesterday dus. Een organisatie heeft een beperkt aantal middelen te besteden. Die zijn te gebruiken om de huidige bedrijfsvoering te verbeteren,
te vernieuwen of radicaal te vernieuwen. De dagelijkse praktijk gaat vaak voor en dat betekent brandjes blussen, waardoor er minder wordt stilgestaan bij de langere termijn. Problemen worden daarom vaak niet duurzaam genoeg opgepakt .Hoe minder zorgaanbieders last hebben van SOY, hoe meer mogelijkheden zij
hebben om te vernieuwen.
5. Iedereen verstaat iets anders onder innovatie
Iedereen heeft een andere definitie van innovatie. Hierdoor praten mensen en partijen steeds vaker langs elkaar heen wanneer ze het hebben over innovatie.
Bijvoorbeeld in gesprek tussen bestuurder en zorgprofessional, maar bijvoorbeeld ook tussen bestuurder en zorgverzekeraar, of tussen medewerkers. Zorgtechnologie soms gelijkgesteld aan innovatie, maar vaak niet. Soms wordt er een voorwaarde aan verbonden, zoals dat iets pas innovatie is als het meerwaarde creëert voor de cliënt of dat iets pas innovatie is als het uiteindelijk geadopteerd wordt. In alle gevallen wordt geformuleerd dat het om vernieuwing gaat. Maar nieuw voor wie, dat verschilt.
6. Cliënten zijn vaak onterecht niet het uitgangspunt van innovatie
Zowel bij verbeteren als bij vernieuwen is het belangrijk om de behoeften van de cliënt altijd in gedachten te houden, en geen aannames te doen. Zelfs
al is de cliënt al dertig jaar bij je in zorg, deze behoeften kunnen onuitgesproken zijn of veranderen met de tijd. Helaas gebeurt dit nog lang niet altijd.
Lees ook: Design Thinking brengt zorginnovatie verder
7. Technologie wordt vaak onbedoeld toch het doel
Veel innovatie-afdelingen zijn bezig met de implementatie van (zorg)technologie, vaak verwoord als ‘innovaties’. De inzet van technologie is echter niet gelijk aan
innoveren. Technologie is een toepassing. Een oplossing voor een (mogelijke) behoefte. Het is dus een middel,en geen doel. Toch blijkt technologie vaak wel het
doel.
8. Er wordt te weinig stilgestaan bij de passende schaal voor innovatie
Uit het verkennend onderzoek blijkt dat veel zorgaanbieders innoveren in de regio. Daar wordt veel samengewerkt en worden mooie initiatieven
ontplooid. Vaak is het aantal en diversiteit aan betrokken partijen voldoende. In sommige gevallen is de gewenste expertise echter niet aanwezig in de regio. In
die gevallen is het relevant op te schalen naar landelijk (of zelfs internationaal) niveau. Dat gebeurt nu vaak niet.
9. Sector-overstijgend vernieuwen komt maar mondjesmaat op gang
Om radicaal te vernieuwen, is het werken vanuit verschillende invalshoeken bittere noodzaak. Een manier om vanuit verschillende invalshoeken te werken, is door te leren van partijen buiten je eigen sector. Zorgaanbieders werken in meer of mindere mate samen met partijen uit het onderwijs, wetenschap en in de keten (bijvoorbeeld welzijn of ziekenhuis). Er wordt echter nog weinig samengewerkt of geleerd van andere sectoren. Terwijl veel interessante invalshoeken voor radicale vernieuwing in de zorg buiten de zorg te vinden zijn.
10. We proberen te vernieuwen met oude randvoorwaarden
Vernieuwen is wat fundamenteel anders dan verbeteren. Daaro is er een andere wijze van sturing, toezicht en verantwoording voor nodig. Blijf je vernieuwen projectmatig aanpakken, dan verklein je de kans van slagen aanzienlijk. De benodigde competenties van medewerkers verschillen bij verbeteren en vernieuwen. Zelfs voor verschillende fasen van vernieuwen, kunnen verschillende competenties nodig zijn.
11. Organisaties zonder focus lukt het lastig te bepalen wat wel en vooral ook wat niet te doen
Vernieuwen is pionieren. Dat kost tijd en geld. Overal de beste in zijn, is een lastige opgave. Daarom is het verstandig onderscheid te maken tussen thema’s waarbij je als organisatie voorop wil lopen en thema’s waarbij het bijvoorbeeld voldoet om second best te zijn. We spraken nog te veel zorgaanbieders zonder focus die moeite hadden om te bepalen welke innovaties zij wel en welke ze niet willen ontwikkelen.
12. Innovatie is onbedoeld financieel gedreven
Er zijn steeds meer financiële middelen die bedoeld zijn om innovatie te ondersteunen. Dat wordt als positief ervaren. Zorgaanbieders geven aan dat zij de middelen hebben om te innoveren. De manier van financiering laat echter te wensen over. De financiering stimuleert op dit moment te veel verbetering en te weinig (radicale) vernieuwing. Kenmerkend aan vernieuwing is dat het op voorhand vaak niet bewezen effectief is. Terwijl zorgaanbieders op voorhand de meerwaarde moeten duiden om financiering te krijgen. Bijvoorbeeld in de vorm van een gesloten business case.
13. Zorgaanbieders vinden radicale vernieuwing nodig, maar doen het niet
Gezien de vraagstukken waar de zorg voor staat, vindt iedereen radicaal innoveren nodig. Zorgaanbieders geven echter aan dat dit niet van hen verwacht kan of mag worden Radicaal innoveren wordt als lastig ervaren. Dat komt onder andere doordat zorgaanbieders werken met kwetsbare mensen. Ze vinden radicaal vernieuwen bovendien niet hun taak zien. Ze adopteren liever innovaties, dan dat ze die zelf ontwikkelen. En de afstand tussen radicale innovatie met de werkvloer als te groot wordt ervaren
Download hier het hele rapport met de dertien obstakels plus manieren om ze te overwinnen
Meer zorginnovatie op Dutch Health Hub
- Zorginnovatie: tips voor startende ondernemer
- TechLeap-voorman Van Oranje-Nassau roept op tot zorgakkoord
- Opschaling innovaties: zorgverzekeraar helpt met Impact Methode
- Onrust in zorginnovatieland: systeem blokkeert opschaling
- Douwe Jippes: ‘Voor zorginnovatie niet blindstaren op buitenland’
- Digitale zorginnovatie strandt in bureaucratisch moeras