De medisch specialist als klinisch datastrateeg 

Medisch specialist 2030
Niels van Haarlem
08 juli 2025
4 min

Medisch specialisten moeten zelf de regie nemen over de inzet van technologie in de zorg. Technologie is niet langer een hulpmiddel naast het vak, maar is volgens de Federatie Medisch Specialisten in 2035 onderdeel van het vak zelf. Dan is de medisch specialist ook klinisch datastrateeg, innovatiecoördinator of ethisch adviseur medische technologie.

Dat is de kern van de nieuwe toekomstvisie Medisch Specialist 2035 die de Federatie Medisch Specialisten onlangs presenteerde. Inzet van technologie kan de toenemende zorgvraag gedeeltelijk opvangen. Om dat in goede banen te leiden, moeten artsen een stap vooruit zetten. Ze kunnen niet langer de nieuwe technologie ‘een beetje volgen’ of hier en daar bijscholen. Ze moeten écht de regie nemen hoe en wanneer technologie wordt toegepast.

Niet afwachten dus, maar actief bepalen wat werkt, wat veilig is en wat verantwoord blijft. Met oog voor patiënt, kwaliteit en betaalbaarheid. De visie noemt het expliciet: “Nieuwe technologieën zijn geen neutrale middelen, maar veranderen de zorgpraktijk, de rol van de specialist en de relatie met de patiënt. De specialist moet daarom betrokken zijn bij ontwikkeling, toepassing én beoordeling.”

Technologie onderdeel van het vak

Slimme algoritmen ondersteunen straks bij diagnostiek, datagedreven besluitvorming maakt behandelingen preciezer en digitale monitoring maakt het mogelijk om patiënten thuis te volgen. Maar alleen als de arts begrijpt wat de technologie doet en kritisch blijft op de uitkomsten. De Federatie pleit daarom voor een actieve rol: “De specialist moet technologie beoordelen op waarde en bruikbaarheid in de klinische praktijk.”

Een prominente rol is hierbij weggelegd voor AI in de zorg. Over een aantal jaren is AI volledig geïntegreerd in de dagelijkse praktijk. Natuurlijk, AI is nu al handig bij beeldanalyse, risicovoorspelling en besluitvorming, maar brengt ook risico’s met zich mee. De visie stelt duidelijk: “AI is geen black box. De specialist moet begrijpen wat het systeem doet, waar de grenzen liggen en moet fouten kunnen herkennen en corrigeren.”

Technologie als deel oplossing personeelstekort

Technologie kan ook bijdragen aan het verlichten van het personeelstekort. Door administratieve handelingen, beeldanalyse en monitoring te automatiseren, ontstaat ruimte voor zorgverleners om zich te richten op taken waar menselijk contact essentieel is. Maar het rapport is duidelijk. “Als technologie niet goed werkt, leidt het tot extra werkdruk. Verantwoord gebruik vereist regie.”

De Federatie noemt bestaande toepassingen, zoals automatische overdrachten en beeldherkenning, die nu al efficiëntie opleveren. Thuismonitoring vermindert het aantal fysieke controles zonder aan veiligheid in te boeten. Zo wordt beschikbare capaciteit beter benut.

Wat merkt de patiënt?

Technologie als bondgenoot, niet als vervanging van medisch vakmanschap, maar als verlengstuk ervan. Voor de patiënt kan dit concrete voordelen opleveren. Toepassingen als AI-gestuurde triage, algoritmen die longfoto’s beoordelen of risicoprofielen opstellen op basis van medische geschiedenis en leefstijl, automatische beeldherkenning en thuisbewaking beloven kortere wachttijden, minder herhaalbezoeken en snellere diagnoses. In potentie betekent dit: eerder duidelijkheid, sneller de juiste behandeling, en minder onnodige zorg.

Dat kan ook bijdragen aan lagere zorgkosten. Als technologie helpt om efficiënter te werken, komt er ruimte vrij op de poli en op de OK. Tegelijk kan het kosten besparen door onnodige onderzoeken te voorkomen of ziekenhuiszorg te vervangen door monitoring thuis. Maar volgens de Federatie mag kostenbesparing nooit het hoofddoel zijn. Technologie moet de zorg vooral verbeteren, niet alleen versnellen of versimpelen.

Belangrijk is dat de patiënt moet kunnen vertrouwen op de inzet van technologie. De specialist blijft altijd eindverantwoordelijk en houdt overzicht. Dat vraagt om transparantie: hoe werkt een algoritme, wat zegt de data wél en wat niet? Dat moet de arts kunnen uitleggen en de patiënt moet vragen kunnen stellen.

Scholing en professionele standaarden

De visie Medisch Specialist 2035 onderstreept dat de inzet van technologie alleen slaagt als de specialist goed is toegerust. Digitale vaardigheden, data-ethiek en kennis van AI horen dan ook thuis in medische opleidingen. Elke arts moet weten hoe algoritmen werken, hoe ze worden getraind en welke bias erin kan sluipen.

De specialist is geen technoloog, maar wel degene die bepaalt of een toepassing bruikbaar is in zijn of haar praktijk. Méér dus dan zorgverlener: hij of zij is beoordelaar, grensbewaker en gids. Dat vraagt om samenwerking met ontwikkelaars, IT-experts en bedrijven, maar vooral om professionele moed om te kiezen voor wat werkt. En nee zeggen tegen wat onvoldoende onderbouwd is.

Om technologie verantwoord toe te passen, sluit de Federatie aan bij internationale standaarden zoals FUTURE-AI. Die stellen eisen aan betrouwbaarheid, uitlegbaarheid en robuustheid. Zo blijft het vertrouwen van patiënt en arts behouden, ook als systemen complexer worden.