Hoe zorgen we voor goede en veilige databeschikbaarheid die toekomstbestendig is? Met de komst van de European Health Data Space (EHDS) in 2029 is er haast geboden bij het optimaal inrichten van de gezondheidsdata-infrastructuur. Health-RI biedt handvatten met een data journey die bijdraagt aan databeschikbaarheid voor onderzoek, beleid en innovatie.
Health-RI zet zich in voor een betere gezondheid voor patiënten door het hergebruik van gezondheidsdata die voortkomen uit de spreekkamer, tussen arts en patiënt. Deze data kunnen gebruikt worden voor onderzoek, beleid en innovatie, ofwel het secundaire gebruik van data.
De organisatie maakt zich hard voor een toekomstbestendige gezondheidsdata-infrastructuur, iets wat op dit moment nog ontbreekt. “Het is een wirwar aan verschillende systemen die anders werken en niet met elkaar communiceren”, aldus Leone Flikweert, CEO van Health-RI, in een eerder gesprek met Dutch Health Hub.
Samen met Stichting CumuluZ Zorgdata werkt Health-RI aan een toekomst waarin gezondheidsdata beschikbaar zijn voor zorg en welzijn én voor onderzoek, beleid en innovatie. Waar Health-RI zich richt op het realiseren van databeschikbaarheid voor secundair gebruik, maakt Cumuluz gezondheidsgegevens uit het primaire zorgproces geschikt en beschikbaar voor hergebruik. Met als resultaat: één samenhangende infrastructuur.
EHDS: een betere gezondheidszorg in Europa
Deze data-infrastructuur is essentieel, want in 2029 gaat de European Health Data Space (EHDS) van kracht. De EHDS is een Europese verordening, dus een verplichting, die moet zorgen voor een betere en veiligere beschikbaarheid van gezondheidsdata en regulering van de markt voor elektronisch patiëntendossiers (EPD). Op 26 maart 2029 moeten alle Europese landen voldoen aan de EHDS.
Onderzoekers kunnen dan (onder voorwaarden) makkelijker toegang krijgen tot data om nieuwe behandelingen, medicijnen of preventieprogramma’s te ontwikkelen. Flikweert: “Het idee achter de EHDS is het verbeteren van de gezondheidszorg in Europa. Het wettelijk kader van de EHDS is een zegen want zo weet iedereen waar hij aan toe is.”
Lees ook: ‘EHDS biedt kans om versnipperde zorgdata beter te organiseren’
Het belang van datakwaliteit
Alleen een wettelijk kader is echter niet genoeg. Voordat je de databeschikbaarheid aanpakt, moet er gekeken worden naar de kwaliteit van deze data. Dit zegt Jessica Workum, intensivist, klinisch farmacoloog en AI-specialist, tijdens de Health-RI conferentie op 6 november.
Ze vertelt over hoe de intrede van AI in de zorg de kwaliteit van data kan verbeteren. “AI kan data samenvatten, visualiseren, vertalen naar eenvoudige taal, en dat allemaal heel snel.” Workum weet uit eigen ervaring hoeveel tijd administratie kost en hoe weinig zin zorgprofessionals daarin hebben. “Zorgprofessionals willen doen waarvoor ze zijn opgeleid: zorg verlenen.”
Een keerzijde van AI is dat er automation bias kan optreden, het minder kritisch kijken naar de gegenereerde data en de voorkeur geven aan dat wat er wordt voorgeschoteld. Een bekend risico van generatieve AI is echter dat er bronhallucinaties ontstaan, verzonnen data. “Vervuilde data maken secundair gebruik van die data gevaarlijk. Het is belangrijk dat AI zich aanpast aan de mens in plaats van andersom.”
Data journey: van aanvraag naar onderzoek
Zodra je de kwaliteit van data hebt gewaarborgd, is het zaak om de beschikbaarheid en uitwisseling van die data te optimaliseren. Hoe ziet die veilige uitwisseling van data er concreet uit voor, in dit geval, het secundaire gebruik, dus voor onderzoek, beleid en innovatie?
Health-RI legt het uit aan de hand van de data journey, een reis die laat zien welke stappen er komen kijken bij het hergebruik van gezondheidsdata. Tijdens de conferentie op 6 november kwam deze datareis tot leven aan de hand van zes sprekers, gebaseerd op een fictief onderzoeksscenario.
1. Datagebruiker: onderzoeker Bart Torensma
Bart Torensma is klinisch epidemioloog aan het Erasmus MC en heeft als onderzoeker data nodig voor zijn onderzoek naar de vroege signalen van obesitas. Hij zoekt de gewenste data op in de Nationale Gezondheidsdatacatalogus en dient een aanvraag in. Deze wordt doorgestuurd naar de data-aanvraagbeoordelaar.
2. Data-aanvraagbeoordelaar: Hanneke den Breeijen
Hanneke den Breeijen is senior beleidsadviseur onderzoek bij UMC Utrecht. Zij krijgt de aanvraag van Torensma in handen en beoordeelt deze. “Belangrijk is onder andere de inhoud van de aanvraag, de methodologie van het onderzoek, het wetenschappelijk karakter en de ethische verantwoording. Hoe gaat Torensma om met data?”
Ook de onderzoeker zelf wordt beoordeeld. “Welke kennis en expertise heeft hij? Iedereen die met het onderzoek te maken krijgt, wordt beoordeeld.” Na goedkeuring zet Den Breeijen de rest van de keten in gang.
Lees ook: ‘Vertrouwen stuwt data-uitwisseling voort’
3. Datahouder: Lucy Overbeek
Lucy Overbeek is programmamanager Nivel Zorgregistraties eerste lijn en beschikt in dit scenario over de data die Torensma nodig heeft voor zijn onderzoek. In overleg met Torensma bekijkt Overbeek kritisch welke data nodig zijn voor het betreffende onderzoek. “Als datahouder maak je de vertaalslag van de aanvraag naar de data die daadwerkelijk nodig zijn voor het onderzoek.” Zodra Overbeek de data geselecteerd heeft, worden deze overhandigd aan Hans van Vlaanderen.
4. Datakoppeling en pseudonimisatie: Hans van Vlaanderen
Hans van Vlaanderen is Directeur bij ZorgTTP, een organisatie die zorginstellingen helpt bij het waarborgen van hun veiligheid en privacy, en is verantwoordelijk voor het maken van de beveiligingssleutel.
De data in kwestie worden gekoppelde aan een gepseudonimiseerde Burger Servicenummer (BSN). “Ieder onderzoek krijgt een eigen unieke beveiligingssleutel. Daardoor zijn de data alleen koppelbaar binnen een specifiek onderzoek. Als ABC altijd zou staan voor 123, dan kun je data alsnog herleiden tot een patiënt.”
Van Vlaanderen zorgt er dus voor dat de data, die door de datahouder worden uitgegeven, op een veilige manier gebruikt kunnen worden.
5. Provider van de beveiligde omgeving: Stefan van Aalst
Stefan van Aalst is Directeur bij anDREa, een bedrijf dat digitale omgevingen creëert voor onderzoek, en is verantwoordelijk voor de beveiligde omgeving waarin Torensma kan werken. “Alleen mensen die in de data-aanvraag staan, kunnen bij deze omgeving.”
Van Aalst zorgt voor de beveiligde omgeving waar data (Overbeek) en beveiligingssleutel (Van Vlaanderen) samenkomen, zodat Torensma ermee aan de slag kan.
Lees ook: Databeschikbaarheid in de toekomst: ‘Een transparant systeem voor alle partijen’
6. Burger en patiënt: Wouter Bos
De data journey kan niet gemaakt worden zonder patiënten. Zij zijn immers de mensen over wie al deze data worden verzameld. Wouter Bos is chronisch patiënt met een afweerstoornis en is lid van de maatschappelijke adviesraad van Health-RI. Volgens Bos is het ideale scenario dat er in 2029 een transparantieportaal is. “Als patiënt wil je weten: waar wordt de data over mij voor gebruikt? Wat gebeurt ermee en voor welk onderzoek? En wat zijn de resultaten?” Transparantie wekt vertrouwen op volgens Bos.
Toekomstbeeld: werk samen en heb geduld
Flikweert kan zich vinden in het transparantieportaal. “Informatievoorziening in het algemeen is belangrijk. Ook voor de zorgprofessional. Samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben wij een toolkit ontwikkeld die zorgprofessionals kunnen gebruiken om patiënten te informeren over het waarom en hoe van secundair gebruik.”
Tot slot roept Flikweert op tot het bundelen van krachten en het anticiperen op de komst van de EHDS. “We moeten het echt samen doen en dat kost tijd. We moeten geduld hebben, maar ook lef. Ga als organisaties input geven op de richtlijnen die er komen vanuit Europa. Nu is het moment om invloed uit te oefenen op hoe we de EHDS gaan implementeren in Nederland.”