Op de kno-afdeling van het Radboudumc is het al dertien jaar de normaalste zaak van de wereld: opereren zonder snijden. Deze minimaal invasieve aanpak is minder belastend voor de patiënt, sneller én goedkoper. Wat houdt opereren zonder snijden precies in? En waarom is deze methode nog niet in alle ziekenhuizen de standaard? Guido van den Broek en Gerda Dokter, kno-arts en programmaleider Passende Zorg in het Radboudumc, geven tekst en uitleg.
“Neem patiënten met een gezwel in de keel”, begint Van den Broek. “De meeste ziekenhuizen sturen deze door naar de OK voor een kijkoperatie onder volledige narcose. Bij ons in het Radboudumc doen we hetzelfde onderzoek op de polikliniek, onder lokale verdoving, met een digitale endoscoop via de neus. Deze endoscoop heeft een werkkanaal van slechts twee millimeter, waardoor een klein happertje of laser kan worden ingebracht. Daarmee kunnen we direct een biopt nemen en kleine behandelingen uitvoeren, zoals het verwijderen van een poliep of een stukje tumorweefsel. Ook kleine kankersoorten behandelen we op deze manier meteen.”
OK alleen als het moet
Het idee achter deze manier van werken is simpel: voer alleen een ingreep onder algehele narcose op de operatiekamer uit als het echt nodig is. Deze gedachte sluit naadloos aan bij het programma Betaalbaar Beter van het Radboudumc, waarvoor programmaleider Dokter zich sterk maakt. “We zetten in op passende zorg. Daarom verplaatsen we bepaalde ingrepen bewust naar de polikliniek en houden we de OK zo veel mogelijk vrij voor patiënten die daar niet omheen kunnen.”
Veel voordelen
Opereren zonder snijden biedt tal van voordelen. Patiënten krijgen sneller een diagnose en worden ook sneller behandeld. In plaats van wekenlang te wachten op een zeldzame plek op de operatiekamer, volgt bijna altijd dezelfde dag nog een behandeling. De procedure zelf duurt meestal een half uur, terwijl een operatie op de OK vaak een hele dag in beslag neemt. Daarnaast vermijden patiënten de risico’s van algehele anesthesie en zijn ze sneller weer op de been.
De methode levert ook financieel voordeel op doordat er minder gebruik wordt gemaakt van dure OK-capaciteit. Volgens Coöperatie VGZ bedraagt de besparing 390 euro per procedure per patiënt per jaar.
Niet voor iedereen
Niet elke patiënt is geschikt voor een operatie zonder snijden. Van den Broek: “Het werkkanaal van de endoscoop is smal, waardoor we alleen kleine ingrepen kunnen uitvoeren. Bij grotere afwijkingen gaat een patiënt alsnog naar de operatiekamer.”
Daarnaast verschilt de kokhalsreflex per persoon. “We kunnen de keel meestal goed lokaal verdoven, maar bij pakweg 5 procent van de patiënten lukt dit niet vanwege een sterke kokhalsreflex. In zulke gevallen stoppen we de procedure en plannen we alsnog een operatie op de OK in. Bij de overgrote meerderheid verloopt de ingreep echter probleemloos.”
Geen landelijke standaard
Hoewel het Radboudumc al sinds 2012 op deze manier werkt en jaarlijks zo’n tweehonderd patiënten behandelt, is opereren zonder snijden nog lang geen landelijke standaard. Van den Broek: “Toen wij hiermee begonnen, dacht ik: over vijf jaar werken alle ziekenhuizen op deze manier. Dat kon volgens mij niet anders, gezien de vele voordelen. Maar ik had ongelijk. Vijftien jaar later is het nog lang geen gemeengoed. Zo’n veertig ziekenhuizen opereren zonder snijden, maar de meeste werken nog volgens de traditionele methode.”
Dokter: “Als het Radboudumc al zo’n aanzienlijke groep patiënten op deze manier kan helpen, kun je je voorstellen dat in algemene ziekenhuizen een nog een veel grotere groep baat kan hebben bij deze aanpak. In algemene ziekenhuizen vinden immers veel kleinere ingrepen plaats die prima naar de polikliniek verplaatst kunnen worden. Zo maken de ziekenhuizen de OK vrij voor patiënten die echt een ingreep onder volledige narcose nodig hebben.”
Medisch leiderschap nodig
Geld is een enorme drempel, aldus Van den Broek. “Je moet nieuwe digitale endoscopen met werkkanaal aanschaffen. Die kosten zo’n 20.000 euro per stuk. Daar komen de kosten van de processor nog bij. In totaal zit je al snel op een bedrag van 50.000 tot 100.000 euro. Die investering verdien je binnen een jaar terug, maar een ziekenhuis moet het bedrag wel eerst kunnen investeren.”
Ook gedragsverandering vormt een uitdaging. “Voor opereren zonder snijden moet je nieuwe technieken aanleren, de logistiek aanpassen en artsen, assistenten en verpleegkundigen trainen”, zegt Van den Broek. “Dat is best ingrijpend. Veel mensen willen alles graag zo blijven doen als ze het altijd deden.”
“Voor echte verandering is medisch leiderschap nodig”, benadrukt Dokter. “Iemand die vernieuwing omarmt, met steun vanuit het ziekenhuis. Een aanjager, een kartrekker.” Van den Broek: “In de praktijk is dat vaak een jonge enthousiasteling.”
Kritisch blijven
In het kader van het Integraal Zorgakkoord en het eigen programma Betaalbaar Beter kijkt het Radboudumc breed naar mogelijkheden om de zorg beter te maken voor de patiënt en betaalbaarder voor de samenleving. Dokter: “We onderzoeken niet alleen initiatieven om de OK te ontlasten, maar kijken ook naar behandelingen en controles. Leveren ze waarde op voor de patiënt? Volgens sommige protocollen moet een patiënt vier keer per jaar op controle komen. Is dat echt nodig of is twee keer ook voldoende?”
Het Radboudumc geldt als ‘hofleverancier’ van good practices bij VGZ: vernieuwende initiatieven die een bijdrage leveren aan slimme initiatieven die de zorg goed en betaalbaar houden voor iedereen die dat nodig heeft. Inmiddels heeft het ziekenhuis er 25 aangedragen. VGZ selecteert daaruit de initiatieven die landelijk zijn op te schalen. Opereren zonder snijden is daar één van.
“Het gaat erom dat je kritisch blijft”, zegt Van den Broek. “Dat we iets altijd op een bepaalde manier deden, betekent niet dat het zo moet blijven. Wie blijft nadenken over hoe het beter kan, komt vanzelf tot innovaties die goed zijn voor de patiënt én voor de betaalbaarheid van de zorg.”