Minder zorg, meer waarde, onder dit motto heeft het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam een ‘waardegedreven’ contract gesloten met de vier grootste zorgverzekeraars in de regio Rijnmond. De zorgverzekeraars betalen niet langer op basis van het aantal uitgevoerde behandelingen, maar op basis van uitkomsten. “De prikkel om maar door te produceren is er uit gehaald”, zegt bestuursvoorzitter Peter Langenbach. “In plaats daarvan is er een prikkel om de zorg efficiënter en op de juiste plaats te organiseren.”
In concreto komt het waardegedreven contract er op neer dat Zilveren Kruis, CZ, VGZ en DSW het Maasstad Ziekenhuis de komende jaren een vaste vergoeding betalen, ongeacht het aantal uitgevoerde behandelingen. Extra geld kan het ziekenhuis verdienen met prestaties op het gebied van onder meer toegankelijkheid, patiënttevredenheid en efficiency. Rode draad is dat het ziekenhuis zoveel mogelijk waarde toevoegt aan de kwaliteit van leven van patiënten.
Aanzuigende werking
De nieuwe manier van financieren is volgens de betrokken partijen nodig om structurele problemen als een groeiende zorgvraag en het toenemend personeelstekort het hoofd te kunnen bieden. De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk dat ziekenhuizen worstelen om deze dubbele uitdaging te adresseren.
Door de huidige outputfinanciering worden ze gestimuleerd om toch vooral meer verrichtingen uit te voeren. De aanzuigende werking maakt dat er in het ziekenhuis veel zorg wordt geleverd die beter elders kan worden aangeboden. Niet alleen betekent dit onnodig dure zorg, de patiënt wordt er uit oogpunt van kwaliteit en beleving ook niet wijzer van.
Unieke combinatie
Volgens Langenbach komen in het contract verschillende elementen van innovatieve financiering samen. “Een meerjarencontract is op zich niet nieuw, net zo min als lump sum-afspraken of een contract met verschillende verzekeraars”, reageert Langenbach. “Wel uniek is de combinatie van dit alles met een prestatiebeloning voor kwaliteit en waarde.”
Blauwdruk
Een belangrijke vraag is hoe die kwaliteit en waarde precies wordt vastgesteld en gemeten. Maasstad en de zorgverzekeraars leggen deze maand de laatste hand aan de kwaliteitsparameters. Een blauwdruk is er al wel, in de vorm van het contract voor acute zorg -goed voor een kwart van de omzet- dat Maasstad in 2019 sloot.
De afspraken hierin voorzagen onder meer in een verhoging van de patiënttevredenheid met 10 procent, een kortere wachttijd en een vermindering van het aantal ‘ambulance-stops’. Moesten ambulances in 2018 nog tweehonderd keer naar een andere ziekenhuis omdat de spoedeisende hulp van Maasstad vol lag, in 2019 was dit teruggebracht naar acht keer.
Substantieel meer kwaliteit
Daarnaast introduceerde Maasstad gezamenlijke triage met de huisartsenpost en screening op onder meer delier bij alle patiënten ouder dan 75 jaar. “Die hele set van indicatoren heeft de kwaliteit substantieel verbeterd”, zegt Langenbach. “Dat kwam mede omdat er geen prikkel meer was om op te nemen of om de triage in het ziekenhuis te doen.”
Financiële problemen
Deze resultaten nemen niet zonder meer alle twijfel onder artsen en personeel weg over de nieuwe bekostigingssystematiek. “De vraag leeft wat er over drie of vijf jaar gebeurt. Over ziekenhuis Bernhoven, toch koploper in dit concept, kun je in de krant lezen dat er behoorlijke financiële problemen zijn. In reactie op die zorgen leg ik dan uit dat de zorgvraag in de Rotterdamse regio alleen maar groter zal worden. Er zal nooit te weinig zorgvraag zijn. En dat we -door dit te doen- de zorgvraag kunnen opvangen.”
Onvoorziene omstandigheden
Dit laat onverlet dat -zo laat de coronapandemie zien- de zorg grote onzekerheden kent die enorme impact kunnen hebben op de bedrijfsvoering van een ziekenhuis. “Bij ieder contract heb je bepaalde uitzonderlijke omstandigheden”, zegt Langenbach. “In zulke onvoorziene omstandigheden gaan we met de verzekeraars in gesprek om te kijken of we de contractparameters tijdelijk moeten uitzetten.”
Coronasores
Hoewel het geen punt van overweging is geweest, vormt het nieuwe contract een mooi antwoord op de financiële coronasores van het Maasstad. “Reguliere zorg, bijvoorbeeld operaties en andere behandelingen, leveren in normale omstandigheden ruim een miljoen euro per dag op, covidzorg op dit moment nog geen dertig duizend euro per dag”, rekent Langenbach voor.
“Zolang ziekenhuizen op basis van volume worden gefinancierd is dat een groot probleem. Met het nieuwe contract speelt dat niet. Waar we wel mee zitten is het stuwmeer van inhaalzorg. Dat zorgt er voor dat een parameter als toegangstijden onder druk kan komen te staan, dus moeten misschien wel met een overgangsperiode rekening houden.”
Geen kosten verleggen
“Wat je met zo’n contract ook in de gaten moet houden zijn de effecten voor huisartsen, verpleeghuizen en thuiszorg. Als je zorg naar thuis verplaatst, heb je meer thuiszorgmedewerkers nodig. Die zijn misschien goedkoper dan verpleegkundigen, maar je moet het goed volgen. Anders loop je het gevaar de kosten alleen maar te verleggen. Als je het aan mij vraagt, denk ik dat we uiteindelijk naar een soort ketenfinanciering gaan.”
Beperkte aantallen
Ketenzorg en bijhorende financiering vallen of staan wat Langenbach betreft bij verdere digitalisering. “Digitalisering heeft gedurende Covid een vlucht genomen. We hebben in korte tijd aantal mooie digitale innovaties doorgevoerd, maar het moet niet stil vallen. We moeten de digitalisering en organisatie van digitalisering snel verder op poten krijgen.”
Als voorbeeld noemt Langenbach thuismonitoring van Covid-patiënten. “Er zijn patiënten die met een beetje zuurstof prima thuis ondersteund kunnen worden en daardoor wel vier dagen eerder naar huis kunnen. Maar het gaat nog steeds om beperkte aantallen.” In Maasstad stond de teller recent op vijftien. Langenbach: “Waarom niet dubbele aantal of meer? Daar is digitale ondersteuning en ook een bepaalde manier van communiceren voor nodig.”
Digitale zognetwerken
Hoe digitale zorgnetwerken kunnen functioneren, laat wat Langenbach de VS zien. “Daar zijn ic-regio’s die tien keer zo groot zijn als in Nederland, waarbij een team van intensivisten en ic-verpleegkundigen op afstand monitort. Iets soortgelijks doen wij voor de ic van het Van Weel-Bethesda op Voorne-Putten. Met de andere Santeon-ziekenhuizen kijken we hoe we dat straks met behulp van AI nog efficiënter kunnen doen, waardoor je met hetzelfde aantal artsen en verpleegkundigen veel meer ic-bedden kunt bemensen.”
Bij alle ambities stelt Langenbach zich voorlopig tevreden met de nieuwe contractvorm. “Rome is ook niet op één dag gebouwd. Dit contract is een mooie stap om verandering in gang te zetten. Die prikkel om maar door te produceren is eruit gehaald. Het is niet langer: oh, ik moet mijn omzet nog halen dit jaar, want die is gegarandeerd. In plaats daarvan is er een prikkel om juist meer waarde toe te voegen aan de kwaliteit van leven van onze patiënten en de zorg efficiënter en op de juiste plaats te organiseren.”