Ouder wordende samenleving heeft geen boodschap aan domeinen

Philip van de Poel Auteur
Lees meer
Volgend artikel: ‘Circulair bouwen in ouderenzorg mag niet ten koste van comfort gaan’
Lees meer

Schaarse grond, stikstofregels, stijgende bouw- en rentekosten. De hindernissen op het gebied van wonen en zorg voor ouderen zijn immens. Hoog tijd dat burgers, publieke en private partijen de handen ineen slaan en traditionele oplossingen gedag zeggen, vinden Michel van Schaik, directeur gezondheidszorg bij de Rabobank, en Philip Idenburg, oprichter BeBright en programmaleider Ouder Worden 2040: “Als je niet domein-overschrijdend samenwerkt met alle partijen in de samenleving, weet je zeker dat je straks geen antwoord klaar hebt. Daarvoor is het vraagstuk te complex en de opgave te groot.”

De cijfers liegen er niet om. Het kabinet denkt dat er voor de ouder wordende doelgroep de komende jaren bijna 300.000 woningen nodig zijn. Daarbij gaat het om 170.000 nul tredenwoningen en 80.000 geclusterde woningen voor senioren die nog grotendeels zelfstandig zijn. Daarnaast moeten er nog eens 50.000 woningen komen voor ouderen met een meer intensieve zorgvraag.

Breder kijken

Maar stenen alleen kunnen de groeiende zorg- en huisvestingsvraag van ouderen nooit beantwoorden, aldus Van Schaik en Idenburg. “We moeten breder kijken naar de ouder wordende samenleving”, zegt Idenburg. “Dat is ook de kern van de Transformatieagenda van Ouder Worden 2040, die in samenwerking met al die partijen is opgesteld. Als één van de gebieden waar het vastloopt is de woningmarkt een belangrijk onderdeel van die agenda voor een ouder wordende samenleving. De verschillende domeinen, zoals wonen, participatie of arbeidsmarkt staan niet op zichzelf, maar zijn communicerende vaten.”

Complexiteitsdenken

“Toch zien we nog veel initiatieven die alleen het vastgoed realiseren en voorbijgaan aan zaken als sociale cohesie en technologie”, gaat Idenburg verder. “Terwijl het antwoord op de uitdagingen van de ouder wordende samenleving zit in domein-overschrijdende samenwerking. Dat is een vorm van complexiteitsdenken waar mensen soms voor terug schrikken. Het enige wat wij zeggen: als je het niet op die manier oplost, dan weet je zeker dat je straks geen of op z’n best een partieel antwoord klaar hebt. Wel stenen, maar geen ondersteuning. Wel technologie, maar veel eenzaamheid.”

Wonen en zorg

“Naar mijn idee gaat de ouder wordende samenleving veel meer over wonen dan over zorg”, zegt Van Schaik. “Als je een passende woonomgeving kunt realiseren inclusief een goede sociale context, heb je ook een groot deel van het zorgvraagstuk opgelost. We komen uit een tijd waarin we wonen en zorg aan elkaar hadden geplakt. Daardoor is veel gemedicaliseerd. Het hele denken over andere woonvormen en gemeenschappen kan een deel van het vraagstuk in de zorg gaan oplossen.”

Naar binnen gekeerd

Innovatie, ondernemerschap en publiek-private samenwerking die aansluit op regionale initiatieven, zijn hierbij volgens Van Schaik onmisbare elementen. “De toegevoegde waarde die in het zorgsysteem en de publieke sector zit, kun je verrijken door daar de innovatiekracht en het ondernemerschap uit de samenleving en de private sector aan te koppelen. Daar ligt nog ontzettend veel verbeterpotentieel.”

“Maar het is helemaal niet vanzelfsprekend dat publieke partijen de verbinding zoeken met burgerinitiatieven en private partijen. Sterker nog: de publieke sector, en zeker de zorg, is erg naar binnen gekeerd. Oplossingen worden binnen het zorgsysteem gezocht, terwijl de realiteit is dat burgers, publieke en private partijen elkaar nodig hebben, zeker waar het wonen betreft.”

Collectieve intelligentie

“Als het om wonen gaat, zie ik gemeenten vaak in een te laat stadium van beleidsontwikkeling of planvorming met andere partijen in gesprek gaan”, constateert Idenburg. “Met als argument dat ze eerst hun plannen moeten afmaken. Maar de kwaliteit van de plannen wordt juist in de interactie al beter. De complexiteit vraagt dat wij collectieve intelligentie bij elkaar brengen.”

“Er wordt snel geredeneerd: we lopen vast in ons systeem, dus de overheid moet ons helpen”, aldus Van Schaik. “Dat er ook andere partijen zijn met een ander perspectief die het misschien zouden kunnen doen, wordt niet wenselijk geacht of er wordt niet aan gedacht.”

WOZO

Tot hun tevredenheid zien Van Schaik en Idenburg de door hen bepleitte domein-overstijgende aanpak ook terug in het kabinetsbeleid. Het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) leunt sterk op het gedachtengoed van Ouder Worden 2040. De vraag is alleen of de bijhorende cijfermatige doelstellingen haalbaar zijn. Van de beoogde 300.000 woningen zijn er tot op heden een kleine 2.000 gerealiseerd.

“Daar ligt een enorme opgave”, erkent Idenburg. “Het laat zien dat je veel plannen kunt maken op beleidsniveau, maar ze zullen toch echt lokaal en regionaal draagvlak moeten hebben, wil je er een beetje vaart in houden.”

Lokaal draagvlak

“Als je naar de demografie kijkt, is die overheidsambitie gewoon nodig”, zegt Van Schaik. “Er is niks mis mee om het onderwerp op deze manier op de agenda te zetten en er richting aan te geven vanuit het kabinet. Tegelijkertijd ben ik het met Philip eens dat je van politiek Den Haag geen concrete bouwplannen kunt verwachten. De beweging moet van onderaf tot stand komen met lokale spelers en lokaal draagvlak. Dat is een beweging die we willen aanjagen.”

Concrete impact

Deze ambitie kreeg op 18 september concreet gestalte toen Rabobank en BeBright in samenwerking met ActiZ en Dutch Health Hub tal van veldspelers een dag lang samenbrachten n Utrecht. Van Schaik ziet in het congres een uitgesproken call to action. “Het gaat mij om concrete impact. We moeten niet te lang praten, want de analyses zijn allemaal wel gemaakt. Langer wachten met de start en uitvoering van plannen maakt het in ieder geval niet goedkoper. Ik hoor bestuurders in de care sector nu soms zeggen dat ze om financiële reden nog even wachten. Denk je nou echt dat over één of twee jaar de inflatie opeens weg is of de bouwkosten gaan zakken? Dat is allemaal wishful thinking.”

Goede voorbeelden

Bovendien zijn er volgens Van Schaik en Idenburg inmiddels ruim voldoende goede voorbeelden, dus ook om die reden is er geen excuus meer om stil te blijven zitten. Van Schaik en Idenburg denken daarbij aan alles van burgerinitiatieven en zorgboerderijen tot vvt-instellingen waar jong en oud onder één dak samenwonen tot vastgoedbedrijven die een voormalig ziekenhuis nieuw leven inblazen. “We moeten we ons niet blind staren op beleid alleen, maar vooral kijken naar wat er al werkt en succesvol is”, vindt Idenburg. “Vervolgens kun je kijken welke belemmeringen er zijn in regelgeving of financiering, zodat we die weg kunnen nemen.”

Maatwerk

De veelvormigheid van al deze initiatieven bewijst volgens Van Schaik dat we ouderwets aanbod-denken definitief hebben afgezworen. “Het is niet meer one size fits all. Dat is de wereld waar we uit vandaan komen. Daarin werden alle verzorgings- en verpleeghuizen langs dezelfde bouwnormen gelegd. Het gaat veel meer maatwerk worden dat afhankelijk is van lokale omstandigheden. We moeten een veelvoud van oplossingen ontwikkelen die recht doet aan de verschillen in behoeften tussen burgers, niet één oplossing die we maximaal opschalen.”

Tweedeling

Rijst de vraag of we met individueel maatwerk ook niet automatisch de huidige tweedeling op de woningmarkt meenemen naar de laatste levensfase. “Daar snijd je een pijnlijk punt aan”, reageert Idenburg. “Het verschil tussen ouderen die wel of geen aanvullend pensioen hebben en wel of geen huis hebben dat ze kunnen verkopen, is nu pijnlijk groot aan het worden.”

“Natuurlijk is het zo dat mensen met veel geld naar een particuliere instelling kunnen verhuizen waar je voor duizenden euro’s per maand aan een Amsterdamse gracht kunt wonen”, zegt Van Schaik. “Maar in zekere zin is dat van alle tijden. Mensen met veel geld kwamen in het verleden ook niet in het verpleeghuis terecht. Natuurlijk moet de overheid altijd oog houden voor de meest kwetsbaren in de samenleving. Het is belangrijk dat we het sociale huurdomein in stand houden.”

“Maar hopelijk krijgen woningcorporaties wat meer ruimte om woningen te gaan ontwikkelen die beter aansluiten bij een concept als community-vorming. Ik vind het cruciaal dat we het in die lokale gemeenschappen weer normaal gaan vinden dat mensen voor elkaar zorgen. Daar hebben alle inkomensgroepen belang bij. Iets over hebben voor een zieke buur zijn we een beetje verleerd omdat alles via collectieve arrangementen al geregeld was. Als het gaat lukken om meer met elkaar naar lokale gemeenschappen te gaan, is dat misschien wel meer waard dan hoeveel geld er in je portemonnee zit.”

Het congres Wonen en Zorg werd gehouden op 18 september in het Auditorium Rabobank in Utrecht. Onder de sprekers waren onder anderen Marcel Canoy, Martin van Rijn (Aedes), Hans Adriani (aanjager wonen, welzijn en zorg voor ouderen),  Anneke Westerlaken (Actiz), Mariëlle Lichtenberg (Rabobank), Peter Boerenfijn (Habion), Tak Lam (BPD Woningfonds), Anton van Mansum (Orpea NL), Geertjen Pot (Zadelhoff / Centrum voor Zorg Slotervaart). 

Deel

Meer over

WOZO,
artikel
‘Community care maakt einde aan opknippen cliënt’
Lees meer
artikel
Compassievolle zorg begint met vragen
Lees meer
artikel
‘Natuur op Recept’ krijgt eigen verwijstitel
Lees meer
artikel
EU steekt miljoenen in vergroten veerkracht zorgpersoneel
Lees meer

Maak een account aan

Om artikelen aan je leeslijst toe te voegen en om artikelen en events met bepaalde thema’s of van specifieke organisaties of auteurs te volgen, dien je ingelogd te zijn met je Mijn Hub account.

Registreer je Of log in