Bij een krimpende beroepsbevolking en een toenemend aantal ouderen de zorg goed organiseren. Dat is een van de grote uitdagingen waar Nederland voor staat. Er zijn hiervoor veel meer woningen nodig voor mensen met een zorgbehoefte. Tegelijk stijgt de rente en lopen de kosten op.
Op het congres Wonen en Zorg van 18 september waren alle partijen aanwezig die samen een hoofdrol kunnen spelen in het oplossen van deze problemen. Denk aan woningcorporaties, zorgaanbieders, gemeenten en natuurlijk financiers met Rabobank als gastheer en vertegenwoordigers van de Nationale Denktank. Dat zijn de jongeren over wiens toekomst deze discussie gaat.
WOZO-programma
Conny Helder van Langdurige zorg opende het congres. Ze maakte duidelijk dat ze ondanks haar demissionaire status voortvarend verder wil met haar ambitieuze WOZO-programma. “Een pauze kunnen we niet gebruiken.”
Haast is dus geboden met het bouwen. Eén op de drie woningen toegerust zou moeten zijn voor zorg voor ouderen om aan de toekomstige zorgvraag te kunnen voldoen. In de paneldiscussie kon Tak Lam (BPD Woningfonds) alvast trots aankondigen dat BPD met hun bouwactiviteiten de komende periode aan dat één-op-drie-principe voldoet.
Meer dan bakstenen
Verschillende sprekers benadrukten echter dat het gaat om meer dan alleen de bakstenen. Zorgzame gemeenschappen, burgerinitiatieven, ‘buurtverbinders’, allemaal begrippen die wijzen op een andere inrichting van de ouderenzorg. Daarin speelt behalve woningen ook sociale cohesie een rol.
Want zoals minister Helder zei: “Bouwen is ongelooflijk belangrijk en het bouwen van nieuwe woonconcepten, maar het voorkomen van de zorgvraag is ook nodig. En dat gaat over het investeren in de leefkracht van mensen in de wijken.” Of zoals Martin van Rijn (Aedes) later op de ochtend zei: “Bouwen gaat over stenen, maar wonen gaat over mensen.”
Samenwerken en ontschotten
Samenwerken en ontschotten zijn daarbij kernwoorden. Minister Helder had in haar aftrap voor het congres al aangedrongen op meer samenwerking en het sluiten van coalities. Want de oplossing voor de ouderwordende samenleving moet gerealiseerd worden door meerdere partijen; dat kan niemand in zijn eentje.
Dagvoorzitter Lea Bouwmeester nodigde de aanwezigen uit de woorden van minister Helder ter harte te nemen: “Maak deze week, nee morgen al, een afspraak met iemand die u níet kent en kijk wat u samen kan doen om dit probleem op te lossen. Want jullie zijn de grensverleggers en daarom zitten jullie hier.”
Ontschotten
In zijn keynote lichtte Marcel Canoy nog een keer het belang van ontschotten toe. Zorgzame initiatieven die stuklopen tegen onoverkomelijke schotten, kunnen een beroep doen op zijn EHBS, Eerste Hulp Bij Schottenongelukken.
In de paneldiscussie erkende Mariëlle Lichtenberg (directeur particuliere klanten Rabo) dat probleem. “We zijn best wel versnipperd georganiseerd.” Hans Adriani (‘aanjager wonen, welzijn en zorg voor ouderen’) benadrukte dat er een belangrijke ‘ontwerpopgave’ ligt, waarbij ‘elkaar ontmoeten’ en locaties voor zowel wonen als zorg een grote rol zouden moeten spelen.
Deze nieuwe denkrichting leidt soms tot onverwachte ontmoetingen. In Zwolle maakte Habion de connectie met kunstacademie ArtEZ. Een heel nieuwe partner, legde Peter Boerenfijn uit. Huis Assendorp is nu een plek waar zowel ouderen als kunstacademiestudenten wonen en werken.
Geertjen Pot (Zadelhoff/Centrum voor zorg Slotervaart) legde uit dat het de ambitie van Zadelhoff is om van het oude Slotervaartziekenhuis in Amsterdam-West een centrum te maken voor zorgverleners en buurtbewoners. Een ontmoetingsplek, een buurtcafé, start-up-broedplaats – inclusief woonzorg-units.
Onderdeel van de maatschappij
Want telkens weer bleek dat toch een belangrijk onderdeel van de oplossing te zijn: ouderen volwaardig onderdeel uit laten maken van de maatschappij, ook als ze zorg nodig hebben. Net zoals Allan Karlsson, uit het boek van Jonas Jonasson, ‘De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween’. Dagvoorzitter Lea Bouwmeester noemde hem op het congres een inspirerend voorbeeld.
‘Hij keek achterom naar het bejaardentehuis waarvan hij kortgeleden nog had gedacht dat het zijn laatste verblijfplaats op aarde zou zijn. Daarna zei hij tegen zichzelf dat hij dan maar op een ander tijdstip en op een andere plek moest doodgaan.’