Steeds meer zorgorganisaties zetten AI-toepassingen in om processen te versnellen, personeel te ontlasten en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. De opmars van AI is in volle gang en de mogelijkheden lijken eindeloos. Maar wat betekent dit voor de rol van de zorgprofessional?
Beeldherkenning in de radiologie, slimme planningstools die roosters maken, het automatische uitlezen van wearables en spraakgestuurd rapporteren zijn slechts enkele voorbeelden van hoe AI op dit moment in de zorg wordt toegepast.
De opmars van AI vraagt om nieuwe vaardigheden van de zorgprofessional. Ze moeten leren omgaan met de AI-toepassingen, de uitkomsten op de juiste manier interpreteren en eventuele fouten of bronhallucinaties herkennen. Het beheersen van dit soort digitale vaardigheden ligt echter niet voor iedere zorgprofessional voor de hand.
Lees ook: AI in de zorg: van pilot naar praktijk
Gebrek aan digitale vaardigheden
Uit het onlangs verschenen onderzoek van de coalitie Digivaardig in de zorg blijkt dat een gebrek aan digitale vaardigheden de zorgmedewerker gemiddeld twee tot vier uur per week kost.
“Het is confronterend om te zien hoeveel tijd er verloren gaat. En dit is nog maar het topje van de ijsberg omdat we in elke branche maar twaalf relatief eenvoudige digitale basishandelingen hebben gemeten”, aldus Suzanne Verheijden, programmamanager bij Digivaardig in de zorg. Een van die handelingen is bijvoorbeeld het werken in het Huisarts Informatie Systeem.
Uit eerder onderzoek van de coalitie blijkt dat ongeveer 20 procent van de zorgprofessionals zichzelf onvoldoende digivaardig vindt. Die groep heeft dagelijks moeite met het werkveld dat steeds digitaler wordt. En dit kan een succesvolle implementatie van AI in de zorg in de weg staan.
Kamerbrief over AI in de zorg
Deze week kondigde demissionair minister Bruijn in een Kamerbrief het programma ‘Realisatie AI in de Zorg’ aan. Daarmee wil het ministerie van VWS de regie nemen over de kansen en risico’s van AI waar deze beroepsgroep mee te maken krijgt.
Het programma richt zich in eerste instantie op het verlichten van administratieve lasten, zoals spraakgestuurd rapporteren en capaciteitsplanning. De hoop is dat het programma de zorgprofessional gaat ondersteunen bij de inzet van AI. En niet geheel onbelangrijk: “AI is hierbij nadrukkelijk ter ondersteuning, de eindverantwoordelijkheid ligt bij de zorgprofessional die de AI-toepassing gebruikt”, schrijft Bruijn.
Lees ook: Datagedreven logistiek maakt zorg efficiënter
AI is een aanvulling, geen vervanging
De inzet van AI roept fundamentele vragen op. Wat als een model een fout maakt waardoor een arts de verkeerde beslissing neemt? In een whitepaper van het VU Campus Center for AI & Health worden dit soort technische uitdagingen en menselijke factoren belicht.
Een van hun belangrijke conclusies is dat AI-toepassingen alleen succesvol gebruikt kunnen worden als de data representatief en feitelijk juist zijn. Edwin Geleijn, fysiotherapeut aan het Amsterdam UMC zegt: “Voor mij als zorgprofessional is het cruciaal dat een AI-model betrouwbaar en robuust is, en dat ik kan begrijpen waarom het model een bepaalde uitkomst geeft.” Evaluaties zijn daarom onmisbaar.
De onderzoekers benadrukken daarnaast dat AI een aanvulling is, geen vervanging. “Bij borstkankerscreening leidt de combinatie van een AI-systeem en de expertise van een radioloog tot betere nauwkeurigheid dan een van beide afzonderlijk”, stelt Mark Hoogendoorn, AI-wetenschapper aan de VU Amsterdam en betrokken bij het VU Campus Center for AI & Health.
Zorgopleidingen van de toekomst
Om de potentie van AI te benutten, moeten opleidingen meebewegen. Dit gebeurt al, maar het succes op lange termijn moet nog blijken. Zo was het LUMC pas in 2024 de eerste opleiding die technologie en AI officieel opnam in het geneeskundecurriculum.
Ook verandert de dynamiek binnen zorgteams. Er ontstaan nieuwe rollen, zoals de robotoperateur, en samenwerking tussen verschillende disciplines wordt belangrijker.
Lees ook: Antwoord op vragen over AI in de zorg
Samen veranderen
De technische kant van AI krijgt veel aandacht, maar minstens zo belangrijk is de opgave om zorgprofessionals mee te nemen in deze ontwikkeling. Het is de zorgprofessional die de context het beste kent, nuance kan aanbrengen en kritisch naar uitkomsten en beslissingen kan kijken.
Hoe goed AI ook in staat is om taken en zorg uit handen te nemen, om met de woorden van Bruijn te spreken: de eindverantwoordelijkheid ligt bij de zorgprofessional. Dit vraagt om een samenwerking waarin AI en de mens elkaar aanvullen en versterken.